top of page

Oorspronkelijke rasstandaard 19 juni 1888 Brussel.

Uit het tijdschrift Stockkeeper, gepubliceerd in Engeland in de late jaren 1880 - De Belgische Club heeft, na lang en serieus te hebben nagedacht, de standaard van punten van het ras waar ze zich voor hebben ingezet, neergelegd. Wetende dat er veel belangstelling is voor deze charmante kleine honden in dit land, waar heel wat mooie exemplaren zijn geïmporteerd, publiceren we een vertaling van de standaard in extenso.

Hier is de ORIGINELE STANDAARDSET VOOR HET RAS (zoals vastgesteld in België op 19 juni 1888 in Brussel):

Algemeen karakter: Deze kleine hond, een trouwe bewaker, die we zo vaak ontmoeten op onze rondvaartboten, onderscheidt zich door een karakter dat duidt op grote intelligentie. Vanwege zijn gehechtheid, zijn waakzaamheid en gehoorzaamheid, zijn goed humeur met kinderen, zijn gracieuze en elegante manier van lopen en zijn vorm, evenals zijn perfecte reinheid, is hij de favoriete huishond geworden. Hij houdt vooral van paarden. Om deze reden was hij vroeger de waakhond op de omnibus, bussen en karren. Hij zit trots, attent en boos vooraan en op het hoogste deel van het voertuig. Daar is hij thuis en tevreden, meer dan ergens anders. Hij is bovendien een echte demon voor ratten, muizen, enz., Die hij gretig nastreeft.

Het HOOFD benadert dat van de vos, de schedel is vrij breed en gewelfd, vermindert voor de ogen en vertakt zich naar de punt van de neus, die klein is. De binnenkant van de mond (het dak) is zwart.

De OREN   ongeveer 2 ½ inch lang (6 centimeter) zijn geprikt en hebben een driehoekige vorm en worden recht naar voren gedragen.

De OGEN   zijn zeer levendig en bruinachtig van kleur. Ze zijn eerder naar voren dan naar opzij geplaatst. Als de hond opgewonden is, worden zijn ogen, hoewel amandelvormig, min of meer rond.

DE LENGTE   van het lichaam komt overeen met zijn maat (van 30 tot 40 centimeter) 12 tot 14 inch op de schouder. Het lichaam is vooraan goed ontwikkeld en neemt naar achteren af. Het minimumgewicht is 8 lb (4 kilo) en is afhankelijk van de maat. Dit diertje staat goed op zijn poten en heeft een gedurfde en opstaande kop. De rug is recht en het lichaam soepel en de hond heeft geen staart.

Bepaalde geïsoleerde gevallen doen vermoeden dat de echt gefokte Schipperke zonder staart wordt geboren, een anomalie die ongetwijfeld een erfelijke overdracht is die wordt veroorzaakt door het aanleggen van dat aanhangsel.

De VACHT is vrij zwart en eerder lang dan glad, goed ingericht, bestand tegen aanraking en vormt een franje rond de nek. Het wordt naar achteren korter, maar laat langer haar achter op de achterhand en vormt een kleine pony (culotte). Het haar op het hoofd, oren en voorpoten is kort ,; die van de achterpoten is slechts kort van de kniegewrichten tot de voeten.

De LENGTE   van de kniegewrichten tot de voeten laat zijn dijen vrij hoog en over het algemeen erg gespierd.

De BORST   is vrij breed en goed ingericht met vacht. De voorbenen zijn recht, de hakken zijn heel weinig naar voren gebogen, de voeten zijn klein, rond en de nagels sterk en zwart.

Het vrouwtje is over het algemeen gebouwd op lichtere en fijnere lijnen dan het mannetje.

Zowel het mannetje als het vrouwtje bereiken pas in de loop van het tweede jaar hun volledige ontwikkeling.

Schipperkes circa 1897

Schipperkes omstreeks 1898

© 2019 Ridgebrook Schipperkes. Proudly created with Wix.com

© Copyright
bottom of page